De term vrijlevend is gereserveerd voor die aaltjessoorten die zich uitsluitend buiten de plant ophouden en de wortels oppervlakkig aansteken. Deze soorten zijn te vinden in de geslachten Rotylenchus, Paratylenchus, Tylenchorhynchus, Trichodorus en Paratrichodorus. Economisch gezien zijn de Trichodoride-soorten het belangrijkste. Zij komen voor op zandgrond en lichte zavel en zijn relatief mobiel. Paratrichodorus teres is de snelste en komt voor op mariene zandgrond. Trichodorus primitivus is minder mobiel en houdt van lichte zavelgrond. De overige soorten komen in wisselende samenstelling algemeen voor in de dekzandgebieden van Nederland. Alle Trichodorus- en Paratrichodorus-soorten zijn in staat het Tabaksratelvirus (TRV) en het Erwtenverbruiningsvirus (PEBV) over te dragen. De vrijlevende wortelaaltjes hebben zeer veel waardplanten.
Bestrijdingsadvies
Trichodoride-aaltjes houden van vochtige omstandigheden. Droogt de grond uit dan geven ze snel de geest. Een grondbewerking bij drogend weer kan daarom een flinke doding veroorzaken. Een koel en vochtig voorjaar daarentegen leidt tot de combinatie van traag groeiende kiemplanten met vitale, mobiele Trichodoriden. Directe schade is het gevolg.